Onderwerpen
>> Bijverdienen
Bijverdienen
Algemene
heffingskorting
Iedere
belastingplichtige heeft recht op de algemene heffingskorting. Bent
u jonger dan 65, dan is de algemene heffingskorting € 1.647. Als u
65 jaar of ouder bent, dan is de heffingskorting € 737.
U en uw partner
hebben ieder een eigen recht op de algemene heffingskorting. U kunt
deze korting niet overdragen aan uw partner.
Als u of uw partner
geen of weinig inkomsten heeft en dus de eigen heffingskorting niet
(helemaal) gebruikt, kan de Belastingdienst (een deel van) het
bedrag rechtstreeks uitbetalen. Weinig inkomen houdt in dat uw
inkomen lager is dan ongeveer €
5.100. Er zijn twee voorwaarden voor uitbetaling:
- U heeft een
partner met voldoende inkomen.
- U moet in een
jaar minimaal zes maanden elkaars partner zijn geweest.
Als u een partner
met voldoende inkomen heeft, en uzelf heeft geen inkomen, dan krijgt
u het hele bedrag van de algemene heffingskorting uitbetaald. Als u
een partner heeft en u heeft een inkomen van minder dan ongeveer €
5.100, dan zal het bedrag dat uw werkgever eventueel aan belasting
inhoudt op uw salaris, uitkering of pensioen lager zijn dan het
bedrag van uw algemene heffingskorting. U heeft dan nog recht op het
overige deel van uw algemene heffingskorting. Overigens kan het
bedrag dat u van de Belastingdienst krijgt uitbetaald, nooit hoger
zijn dan het bedrag dat uw partner aan belasting is verschuldigd.
Wat
mag je bijverdienen om studiefinanciering te behouden?
Als je studiefinanciering ontvangt, mag je in 2002 9.402,48 Euro per
jaar NETTO bijverdienen. ALs je meer verdient, moet je je
studiefinanciering laten stopzetten. Je raakt dan ook je
OV-studentenkaart kwijt. Zet je je studiefinanciering te laat stop,
dan moet je naast het teveel ontvangen of teveel verdiende bedrag,
een boete betalen. Dit gaat om een bedrag van Euro 68,09 per halve
maand.
Onder bijverdiensten wordt onder meer verstaan:
- Nettoloon
(ingehouden bedragen voor contributie van personeelsvereniging
of vakbond worden ook als inkomenmeegerekend, evenals
vakantiegeld en de uitkering van een 13e maand);
- Een
sociale uitkering, zoals: Ziektewet, Werkloosheidswet en de Wet
op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Een bijstandsuitkering
(Abw) wordt niet gezien als inkomen:
- Reiskosten
en stagevergoedingen, als deze belastbaar zijn;
- Geld
van een particulier studiefonds of fondsen van andere (lagere)
overheden dat je regelmatig (en vaker dan één keer per jaar)
ontvangt en niet hoeft terug te betalen;
- Zuivere
inkomsten (bijvoorbeeld uit kamerverhuur, freelance-opdrachten,
dividend of rente) min de aftrekbare kosten;
- Alimentatie
die wordt ontvangen van een ex-partner (alimentatie van één
van de ouders telt niet mee);
- Weduwen-
en wezenpensioen (je mag eerst een vast bedrag aftrekken, alleen
het verschil telt mee;
- Winst
uit onderneming;
- Lijfrente.
Geld
voor studie: Introductie
| Bijverdienen
| studentenkrediet
| Studiekostenpolissen
|