Gouden handdruk
Een gouden handdruk is een vergoeding voor te derven inkomen ten gevolge van
ontslag. Belastingbetaling over de gouden handdruk kan echter uitgesteld
worden. Er zijn 3 mogelijkheden die een ontvanger van een gouden handdruk ter
beschikking staan:
1. Direct afrekenen met de fiscus
2. Gouden handdruk onderbrengen bij een verzekeraar
3. Oprichten van een stamrecht-BV
1. Direct afrekenen met de fiscus
Als een ontslagen werknemer ervoor kiest ineens af te rekenen met de fiscus
moet hij belasting betalen over de totale waarde van de gouden handdruk volgens
de tarieven in box 1 (maximaal 52%).
2. Lijfrente aankopen bij een verzekeraar
De afkoopsom kan ondergebracht worden bij een verzekeringsmaatschappij. De
werkgever stort de afkoopsom dan rechtstreeks bij de verzekeraar, die voor dat
bedrag een lijfrente aankoopt. Deze lijfrente kan 2 vormen hebben: een direct
ingaande lijfrente of een uitgestelde lijfrente.
Direct ingaande lijfrente
De direct ingaande lijfrente verzorgt –per direct- een periodieke (bijvoorbeeld
maandelijkse) uitkering. Deze uitkering wordt beschouwd als inkomen en daarover
is men inkomstenbelasting verschuldigd. De verzekerde kan zelf de duur van de
uitkering bepalen.
Uitgestelde lijfrente
Bij de uitgestelde lijfrente wordt de afkoopsom door de verzekeraar belegd tot
een bepaalde einddatum (bijvoorbeeld tot de 65-jarige leeftijd van de
ex-werknemer). Daarna volgen de periodieke uitkeringen van het opgebouwde
kapitaal. Deze moeten uiterlijk op de 65-jarige leeftijd starten. Ook hier kan
de verzekerde de duur van de uitkeringen zelf bepalen. De uitgestelde lijfrente
wordt pas bij uitkering beschouwd als inkomen, waarover dan belasting betaald
moet worden.
Het doel van een uitgestelde-
lijfrenteverzekering is om een aanvulling op het pensioen te creëren. Ten
gevolge van ontslag ontstaat immers vaak een pensioengat.
3. Het oprichten van een stamrecht-BV
De afkoopsom kan ook gebruikt worden om een stamrecht-BV op te richten. Dit kan
met name bij afkoopsommen vanaf € 65.000 een interessante optie zijn. De gouden
handdruk wordt ingebracht in een BV, die dit geld naar eigen keuze gaat
beleggen. Uiterlijk op 65-jarige leeftijd van de ontslagene, moet de BV het
belegde geld periodiek uit gaan keren. Die uitkeringen zijn op dat moment
belast.
Duisenberg niet bang voor deflatie
Uitgegeven:
12 juni 2003 13:37
Laatst gewijzigd:
12 juni 2003 14:39
BRUSSEL - President Duisenberg van de Europese Centrale Bank
(ECB)verwacht in de eurozone als geheel en in de afzonderlijke
eurolanden geen deflatie. De ECB staat wel klaar om in te grijpen
als deflatie de kop opsteekt.
Duisenberg zei dat donderdag in het Europees Parlement voor de
Commissie voor Economische en Monetaire Zaken. Enkele weken geleden
waarschuwde het Internationaal Monetair Fonds voor deflatie in
Duitsland, waarbij de prijzen blijven kelderen omdat mensen hun
aankopen steeds uitstellen.
Duisenberg gaf een toelichting op het rentebesluit van vorige
week. De ECB besloot toen het belangrijkste tarief, de
herfinancieringsrente voor leningen aan commerciële banken, te
verlagen met 0,5 procentpunt naar 2 procent.
Officieel laat de bank zich bij zijn rentebesluiten alleen
leiden door de inflatie, die in de buurt van de 2 procent moet
blijven liggen. Duisenberg verklaarde dat de vooruitzichten voor
prijsstabiliteit voor de middellange termijn de afgelopen maanden
zijn verbeterd. Het rentebesluit had als doel de inflatie op het
huidige peil te houden en was bedoeld als tegenwicht voor de
risico's die de economische groei bedreigen.
De Nederlander besteedde verder aandacht aan de
pensioenhervormingen, die vooral in Frankrijk tot grote protesten
hebben geleid. Volgens hem zijn de maatregelen om op termijn de
pensioenen betaalbaar te houden pijnlijk, maar onvermijdelijk.
Bron: nu.nl
Meer verzekeringnieuws:
verzekeringoffertes en nieuws
pensioen nieuws:
Boedelverdeling
Boedelverdeling
|
|
Onderwerpen
>> Scheiden
>> Boedelverdeling
Boedelverdeling
Wanneer
je in Nederland trouwt in gemeenschap van goederen, dus zonder notariële
akte (onder huwelijkse voorwaarden), is in principe alles wat man
en vrouw bezitten gemeenschappelijk eigendom. Datzelfde geldt voor
alles wat men tijdens de huwelijksjaren rijker wordt (aankopen,
spaargeld, polissen, erfenissen of schenkingen). In geval van een
echtscheiding dienen alle bezittingen, roerend en onroerende goederen,
evenredig tussen de partners worden verdeeld. Beide ex-echtgenoten
hebben recht op de helft van de boedel. Wanneer de scheiding op
een ´prettige´ wijze verloopt en er nog steeds communicatie mogelijk
is, is het verstandig een lijst te maken van alle huisraad en andere
bezittingen. Er zullen beslist voorwerpen bij zitten die erg persoonlijk
zijn, bijvoorbeeld sieraden, een cd collectie, muntenverzameling
ed. Schrijf duidelijk op wat u beslist zou willen hebben, wat u
eventueel zou willen hebben en wat u niet wilt hebben. Leg de lijsten
naast elkaar en probeer er samen uit te komen. Indien nodig kunnen
de beide delen door middel van betaling gelijk worden gemaakt.
Het
verdelen blijft natuurlijk niet beperkt tot huisraad en gemeenschapsgoederen.
Hetzelfde geldt voor de woning, auto, saldi op bank en giroafrekeningen,
vorderingen en pensioenrechten. Maar ook voor de voor en tijdens
het huwelijk ontstane schulden en ander aangegane verplichtingen.
Indien beide ex-echtgenoten niet samen in onderling overleg of met
behulp van de advocaten tot een voor beide partijen bevredigende
oplossing kunnen komen met betrekking tot de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap,
kunnen zij contact opnemen met een zogenaamde boedelnotaris. Deze
zal aan beide partijen vragen om een voorstel tot boedelscheiding
en dit tot een voorstel verwerken. Indien één van ex-echtgenoten
weigert hier serieus aan mee te werken kan de andere partner een
boedelverdelingprocedure opstarten. Zo kan de onwillige partner
alsnog gedwongen worden mee te werken.
Een
natuurlijk gevolg van een echtscheiding is dat één van beide partners
de voormalig echtelijke woning zal verlaten. Als de beslissing tot
echtscheiding eenmaal genomen is dienen beide partners indien mogelijk
samen te beslissen wie zal vertrekken. Als u er samen niet uit kunt
komen zal de rechter deze beslissing nemen en deze zal in het algemeen
de woning toewijzen aan de ouder die de kinderen zal gaan verzorgen.
Dit geldt overigens zowel bij een huur- als koopwoning. In beide
gevallen zal er gezocht moeten worden naar een huurwoning. Gezien
de lange wachtlijsten van de gemeentes een groot probleem. In sommige
gevallen kan dit betekenen dat de rechter zes maanden uitstel geven
aan de partner die moet vertrekken. Het probleem wordt nog groter
bij een koopwoning. In veel gevallen zal blijken dat de hypotheek
te hoog is om voor één partij op te brengen, zodat beide partners
naar een andere huurwoning op zoek zullen moeten.
Scheiden:
Introductie | Alimentatie |
Boedelverdeling | Gezag
minderjarige l Ouderdomspensioen
l Gezag en voogdij
|
|
|
|

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Terug naar bizhat pensioen